Druivensoort:
Merlot komt van het woord ‘merel’ in het Frans. Want net als de merel heeft de Merlot-druif een mooie, zwarte kleur met blauwachtige tinten. Het is een makkelijke druif die zich goed kan aanpassen aan verschillende bodems en dan telkens andere karakteristieken heeft. De druif heeft weinig zuren en zorgt voor mooi gekleurde, makkelijk te drinken wijnen met zachte tannines.
Typisch voor merlot zijn rood en zwart fruit in volle wijnen. Het is de perfecte druif om te assembleren met een andere druif: ze kan voor evenwicht zorgen bij heel sterke en strenge druiven, zoals de Cabernet Sauvignon. In combinatie met Cabernet Sauvignon, zorgt ze voor wijnen die sneller op dronk zijn en die dus geen lange bewaring vragen.