DOC-wijnen zijn gemaakt van gespecificeerde druivenrassen, uit een specifiek geografisch gebied, met een maximum opbrengst per hectare en een specifieke productiemethode. Ze zijn herkenbaar aan het blauwe label rond de fles. Een DOC-wijn kan na 5 slechte jaren gedegradeerd worden tot IGT of na 5 goede jaren gepromoveerd worden tot DOCG.
DOCG: DENOMINAZIONE DI ORIGINE CONTROLLATA E GARANTITA
Deze wijnen zijn uniek in hun soort. ‘Garantita’ wil zeggen dat de wijnen gegarandeerd uit een zeer specifiek gebied komen met een betere terroir en dus een superieure kwaliteitsgarantie bieden. Een van de belangrijkste verschillen met een DOC-wijn is dat de opbrengst per hectare lager is. Kenmerkend is ook het veel langer en complexer verouderingsproces vooraleer de wijnen op de markt mogen komen. DOCG-wijnen zijn herkenbaar aan het bruine label rond de fles.
IGT: INDICAZIONE GEOGRAFICA TIPICA
Wijnmakers die graag eens iets anders proberen maar ook kwaliteitswijnen willen maken, kunnen sinds 1992 beroep doen op het IGT-label. De bekendste hier zijn de ‘Super Tuscans’.
Het IGT-keurmerk garandeert de herkomst van de druiven uit een specifieke Italiaanse regio en geeft de wijnmaker een zekere vrijheid in de productiemethode. De IGT-wijnen zijn veelal gemaakt van niet-inheemse druiven.
VINO DA TAVOLA: TAFELWIJN IN HET ITALIAANS
Dit keurmerk geeft uitsluitend aan dat de wijn afkomstig is uit Italië. De wijnmakers mogen druiven van verschillende streken gebruiken. Er zijn geen vastgestelde regels voor het maken van deze wijn. Wat zeker niet per se wil zeggen dat het een slechte wijn is.