Wat maakt een wijn wit, rood of rosé? Nee, het is niet de kleur van de druif. En kleurstoffen, die zijn helemaal uit den boze. Het geheim zit ‘m in de schil…
Het productieproces bepaalt de kleur van je wijn. Voor een witte wijn worden de druiven geperst en gebruiken we enkel het sap. Bij rode wijn wordt de schil er nog aan toegevoegd.
De schil van de druif bevat kleurstof. Door de druif te kneuzen en zo de schil in contact te brengen met het sap, krijg je een rode of roséwijn. Dit proces heet de ‘maceratie’. Hoe dikker de schil, hoe meer kleur. En hoe langer het sap in contact komt met de schil, hoe intenser de kleur.
De schil heeft meer te bieden dan kleur alleen. Ze bevat ook een hoge concentratie aan tannines en verbindingen die de uiteindelijke smaak van de wijn bepalen. Dat is ook de reden waarom het maken van rode wijn nog een stuk complexer is dan witte wijn. Tannine zorgt ervoor dat je een wijn langer kan bewaren, ze zet een rem op de groei van bacteriën en zorgt er daarnaast voor dat een wijn geleidelijker rijpt.